Gekneld en lijzig, rijg ‘k uren als parels
om halfweg de kanteling
gefluister te breken
’n verbloeide mond;
om halfweg de kanteling
gefluister te breken
’n verbloeide mond;
Lief, we zijn verwond
een verstilling in tijd
van laaiend vuur dat nimmer dooft
tot bloesem voor tijd
van schoonheid berooft
ach lief, we zijn doods
schaduwen op het veld
vlinders in valleien
wij zijn verhaal
wordt gepreveld
wordt verteld
Geen opmerkingen:
Een reactie posten