zure grond en doordeweekse mist. Tegenwoordig alom in deze nieuwe herfst. Hemel kleurt duister en vijandigheid grijpt je in een kleverig web. Zou kunnen huilen, zwaaien, hartjes tekenen op bedoomd glas en op den duur gewoon afdruipen.
Bij nacht en ontij lief zou je me nooit meer vertrouwen en ik stem liefdevol toe.
Deze aandoening, dit verdriet, is aandoenlijk en tijdelijk van aard nimmer is je stilzwijgen maar ik verdraag...ik verdraag. Niet alles is herstelbaar en het bloederig pulserend gezwel tussen m'n ribben is op sterven na dood.
'er valt niets te hechten', verteld hij op cynische toon.
'het hart is geen bijzonderheid...niet meer'
...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten