Het was vreemd.
Meer kan ik er niet over kwijt. Vreemd
met blijk van schoonheid en verdriet tegelijkertijd.
Op een grijze regenachtige ochtend lag een vlinderpopje zomaar
voor mijn deur. Ik had een keuze. Het laten liggen en doorgaan met mijn dag, of het opnemen en ergens veilig plaatsten.
Ik koos voor de tweede optie.
Het stormde en ik wilde het instinctief beschermen
tegen felle wind en de genadeloze koude lucht.
Ik plaatste het popje met een berekende
voorzichtigheid in een oud ringdoosje, sloot het zorgvuldig af en bewaarde het
op een veilige plaats.
Dagelijks nam ik een kijkje, en plande voor mezelf in
het popje in de lente op een warme plaats neer te leggen zodat een vlinder de
wereld kon zien.
Groot was mijn verbijstering toen ik op een avond het ringdoosje
opende en klein fragiel vlindertje mijn vinger omhoog kroop. Met perfect gevormde
parelmoeren vleugels en een teer lijfje werd het vlindertje die ik voor ogen
had geboren. Nu al.
Nu zijn we 12 februari 2022.
Het diertje zag het levenslicht veel te vroeg en zal
hoogstwaarschijnlijk de genadeloze wrede dood sterven waar ik het zo fel wou
van behoeden.
Een enorm schuldgevoel bekruipt me en het vult met een intens verdriet.
Sommige zullen zeggen dat dit de natuur is.
Wreed en ongenadig
voor de broze wezens onder ons.
Helaas, het zal nooit mijn natuur kunnen zijn.
Lily