‘When angels love demons’
‘k sluit ogen, hij glimlacht minzaam
we delen passie
niet het leven
lyrisch genoeg, blijkt ideaal
doch dieper heimwee berroert me lief
halverwege de gedachtenstroom
we ontvlochten ons raadsel niet
de aantrekkingskracht, de hele droom
hij zwachtelde pijn, ’t lichaam en mijn hart
deze engel des licht dat het duister tart
eens de oversteek naar ’t kille is gemaakt
blijft hij schijnen, mijn lief, hij waakt
…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten