donderdag 14 juli 2022

Dagboek van de pessimiste veertiger met overgewicht.

 


 

Ergens september 1987

 

Eindelijk ben ik van juf Vlecht af. Mijn nieuwe leerkracht heeft een Engels snorretje die hij piekfijn verzorgd met een daartoe speciaal ontworpen kammetje.

Te gek, hoe vaak de snor volgens hem een eigen wild leven leidt en daardoor continu moet platgewalst worden. Stel je voor dat het zijn bovenlip volledig inpalmt en zich daar voortplant naar…een Vikingsnor. Ach! De Drama, onhoudbaar!

Blond kind van vorig schooljaar is mee naar het twee leerjaar. Maar niet meer alleen. Hoe ze erin geslaagd is om na het ‘Snoopy’ incident een volledige klas kinderen zich op 1 kind te laten afzetten is verbazingwekkend! Echt, een talent! Of gewoon onnozel zevenjarig kuddegedrag, je mag nog kiezen.

Eerlijk? Ik denk dat Blond kind nu ofwel zelf leerkracht is, of op zijn minst het kopstuk van één of ander fascistische partij!

Als hoogsensitief kind zat ik liever in mijn eentje in de zandbak. Dat was best wel leuk tot mijn klasgenoten het spel: hey! Laten we die rare Lily levend begraven, uitvonden. Toegegeven, tot de dag van vandaag, beheerst dit scenario nog een heel stuk van mijn vele nachtmerries.

Blond kind duwt me om en alle andere kinderen komen boven op me liggen. Ik huil, stamp, duw terug en probeer te gillen. Maar zwartharige jongen, met verband aan zijn ene oog, schept een handvol zand in mijn keel. Hij mikt verbazend goed voor iemand die geen dieptezicht heeft die dag.

Ik was 7 en dacht dat ik ging sterven.

Na wat voor mij uren bleek, stormt juf Vlecht zich als een luipaard in de zandbank.

Ze vraagt wat er aan de hand is en Bond kind beweert dat ik haar in de zandbank duwde en wou stikken. Geen leerkracht om te getuigen maar wel een volledige speelplaats om te getuigen…in haar voordeel.

Juf Vlecht grijpt me bij de arm en schud me door elkaar met de vraag wat er verkeerd met mij is?  Ze zet me op een stoel in haar lege klas. Daar moet ik blijven tot de speeltijd over is. Ondertussen komt ook meester Snor binnen.

Hij fronst zijn wenkbrauwen en zegt dat mijn gedrag niet zonder straf kan blijven.

Hij laat me die avond thuis de rekentafels van twee tot en met negen tot drie keer toe herschrijven. Ook mijn ouders begrepen opnieuw mijn uitbarsting niet, waardoor ik ook voor hen de straf dubbel moest neerpennen.

De volgende dag haalt meester Snor mijn straftaak op. Ik kijk even op naar Blond kind die me met een enorme grijns aankijkt. Ook hier had ze weer gewonnen.

En helaas voor dat schooljaar was deze hele gebeurtenis slechts het tipje van de ijsberg.




 

dinsdag 12 juli 2022

Dagboek van de pessimiste veertiger met overgewicht.

 

 

1986…

 

Het moet september 1986 geweest zijn. Mijn eerste schooldag bij de grote kindjes. Weg van de nu al half politiek geïndoctrineerde derde kleuterklas. Mijn moeder bracht me. Eén van de weinige keren dat het kon want mama werkte hard. Van 7 tot 19.00u, maar die eerste schooldag was een uitzondering én één van de mooiste herinneringen aan die barbaarse school.



  We don’t need no education  

 

De desbetreffende juf had een ellenlange dikke blonde vlecht. Volgens mij was ze er zelfs naar vernoemd, misschien wel zo geboren en later massa’s geld verdiend aan de gelijknamige reclamespot voor shampoo. Je weet wel waar een blonde deerne in een veld vol witte bloemen haar lange blonde haren losschudt alsof we allen zomaar lange blonde haren kunnen kweken en een gezicht vol sproeten. Want hey: obvious beauty is the worst!


Nu juf vlecht is geen sympathiek blond nimfje die me wegwijs zal leren in de eerste klas. Mijn koalaboekentas moet eraan geloven. Geen donkere krielogen in haar les. Zij zouden kunnen verraden dat juf Vlecht vroeger nog hoofd was in een of ander concentratiekamp voor deprimerende kids. En als hoog sensitief kind was ik altijd wel gedeprimeerd. Dat en slechte genen. Aanleg, erfelijkheid, the weight of the world! blah!


Een deftige boekentas, met riempjes waar lekker veel rekensommen en taaloefeningen inpassen. No more free time in first grade! Real life!


Eén ding waar ik apetrots op was: mijn allereerste Snoopy pen! Met inktpatronen en al want hey, we zitten in the 80ies! En ja hoor, dan mag dat. Zolang je er maar een fluo haarbandje bij draagt en rondloopt met een geelachtige smiley die zich later ‘New Beat’ (by the way what a load of crap) zou dopen.


Het blond meisje zag de pen en ook haar ogen blonken. Wat wou ze er ook zo één. In een kwikslag stal ze de pen uit mijn hand, gooide het op de grond en stampte er alle leven en desbetreffende inkt uit. Mijn pen, maagd, onbeschreven, doods.


Met een groter wordende inktvlek op de kraaknette witte vloer.


Klein blond meisje gilt naar gigantische vlecht en draait het verhaal om. Lily was het jaloers kind dat haar pen op de grond smeet en er alle leven uit stampte. Lily, toen al evil at age six.


Daar stond ik dan, mijn eerste klasgenootjes in een grote cirkel rond me en kijkend naar het ondertussen overleden slachtoffer, de inktpen van Snoopy waar mening kind van hield. Ik was de vernieler, de dief, de kleine zesjarige dader die het zwaar zou bekopen met een nota op de eerste schooldag in haar agenda. Net zes geworden maar een bloedrode nota in mijn smetteloos witte agenda.


Mijn moeder, braaf zoals ze was kocht onmiddellijk een nieuwe pen voor blond meisje. Bood haar excuses aan, aan de juf en aan het onmogelijk blond kind.


Begreep niet wat er zich in haar zesjarig kind had afgespeeld en was vergeten dat ze tijdens de rush op schoolmateriaal de pen zelf voor mij had gekocht.


De Juf liet mijn moeder een nieuwe pen kopen voor blond meisje en ik kreeg als toemaatje een paar blaadjes straf te schrijven van mijn moeder én van juf vlecht omdat ik mij zo slecht had gedragen.

Tjah, het was een zeer slechte dag voor Snoopy pennen, harwerkende moeders en kleine zesjarige hypersensitieve zonnebloemkinderen.

 

Zo zullen ze nog volgen…

 

 

 

  



maandag 11 juli 2022

Dagboek van de pessimiste veertiger met overgewicht.

 




Dagboek van de pessimiste veertiger met overgewicht.


Wel, ik droomde schrijver te worden.

Deed er ook alles aan om het te worden, las boeken, leefde in mijn eigenste wereld (Tegenwoordig kreeg dit het vakje Autisme aangeboden ingevuld én heeft het zich gemultipliceerd naar meerder vormen)

En ondanks lof van één of andere, toen al kranige oude leerkracht, die met zijn langwerpige grijpgrage vingers niet van zijn jonge studenten kon blijven (Anno jaren ’80, anything goes!!) Bleef ik niet wanhopen.

Ach de man zelf draait zich bij deze woorden niet om in zijn graf en geeft letterlijk geen achterlijke moer aan ‘The 80ies’. Het waren zijn topjaren.

Mijn ene leerkracht wiskunde, die meermaals een poeltje slaapkwijl op haar bureau toverde, was nog de gemeenste ook. ‘Lily, hoe vaak moe ik het je uitleggen formules zijn ALTIJD gelijk!! Behalve bij de uitzonderingen…duh, alles was een uitzondering. Zelfs haar kapsel en ultra antieke naam.

Nu de droom om te schrijven werd niet gestimuleerd. Niet door hen in elk geval, wel door mijn verbeelding. Maar deze was niet altijd mijn redding.

Integendeel. De als ‘Rob Ross’ lijkende leerkracht vond me een chagrijnig kind die om te haverklap ziek werd en besloot me na een volledig jaar, waarin ik al mijn kinderziektes heb doorlopen én een appendectomy moest ondergaan, mijn frêle ziel dan naar maar naar het beroepsonderwijs te sturen. Geen overleg met ouders, geen overleg met het ziekelijk frêle veel te fantasierijk kind. Niets.

Dat was eind 1989…Wat volgde in 1990 is een plakkerig hels moeras van collectieve idiotie waar ik maar al te graag over verder zal schrijven. 


Maar niet vandaag. Mijn honden moeten eten en mijn dochter is op komst.

 










Noot: er zullen nog veel fragmenten volgen. Uit een lang verleden of een ietsje nabijer geweeste tijd.