‘k zou schrijven over onsterfelijke liefde
en betekenis van ‘n hart,
hoe deze laatste breekt in naam van
de wetenschappelijke kant is achterhaalt m’n liefste lief
maar ’t delirium achtervolgd mij
op meest waanzinnige momenten
bestaat de schilder of bestaat ie niet? De witte raaf
onder zwartgevederden, de strohalm dat knapte
toen bezetenheid klampte als kippenvel op huid.
Zomerregen in je haren je hand op m’n hart
Jij hield meer van ‘t einde
Ik gelukkig met de start
Geen opmerkingen:
Een reactie posten