Wij, twee gelijken
verdwijnen in heden, er was ooit misschien
doch je ontwrichte op sierlijke wijze ‘t pulserend hart
boetseerde een morgen, zonder zij van de nacht.
We hebben gezeten, geflirt en vergeten,
in ’t landschap der doden toen m’n ziel jonger was
‘k vleugels nauwelijks kon beheren en vlinders dwarrelden
over onze hoofden vol kunst en pracht
‘k wou kunnen praten, vertellen….’n laatste keer
want liefste, mijn liefste,
ik mis
Geen opmerkingen:
Een reactie posten