Wel veel valt niet te vertellen. Wodka wijzigt het zwart in
robijnrood voor even. Tot het hartenbloed zwartgeblakerd over je vingers druipt.
Onstuitbaar ben ik Lily May. Onstuitbaar.
Tot nuchterheid overvalt en ik slechts Nathalie ben.
De zomer gloeit wel sintels maar winter draagt mijn naam. Mijn naam of hetgeen het denkt ik te zijn. Red light spells danger.
En tijd regeert maar ik ben geen maestro.
Geen dirigent.
Leven is een scherf. En ik leef het brokstuk. De grillende
ademtocht tussen krijsen en overleven. Rondom het leven is wat we zijn.
Onbegrip en schaamte. Omdat we nimmer wisten wat het was te
bestaan.
Ik erken de eenzaamheid en het verwoede bestaan. De kleine
ontroering in een pasgeboren vlinder en de dood in het net van de wespenspin. De
doodsbloem gevolgd en gelooft.
Ik neem afscheid van jou en wat ik ooit was. We got a groovy kind of love.
Brand ter zomer was herfst en winter kwam onherroepelijk. Als
een zonnerode fluistering en blind was ik.
Ik ben geen dichter. Enkel de enkeling die het leven zweepslag
na zweepslag ondergaat.
Let me grab your soul away
You know it's me...Lily...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten