Soms zeggen mensen “zo verschillend als dag en nacht”. Voor degenen die gebrekkig slapen, door het raam staren naar de open duistere mond van de nacht is het een waarheid. Wind, regen novembernachten in augustus. Ik hou ervan. Gefluister, zacht en stil en de cadans van regendruppels. Een geborgenheid. Want deze oeverloze duisternis biedt me geen angst, maar een schuilplaats.
Weg van de gebruinde luidruchtige verhitte toeristen. Niet dat ik in direct contact kom met hen. Maar vaak zie ik ze drentelen voorbij het raam. Jaloers? Neen, niet echt. Ik ben op mezelf en zou me in de toeristenmassa zeer ongelukkig voelen. Hopen dat ik onzichtbaar ben en niemand me ziet.
Weg van de gebruinde luidruchtige verhitte toeristen. Niet dat ik in direct contact kom met hen. Maar vaak zie ik ze drentelen voorbij het raam. Jaloers? Neen, niet echt. Ik ben op mezelf en zou me in de toeristenmassa zeer ongelukkig voelen. Hopen dat ik onzichtbaar ben en niemand me ziet.
Ik flaneer liever in de uitgestrekte vlakten van mijn denken. Ik kom er vaak herkenningspunten tegen, dus verloren lopen doe ik niet. Telkens ik een punt passeer ben ik een beetje wijzer. Ik hoef er niet eens anoniem te zijn, de mensen die daar rondlopen zijn gewild. Anderen stoten tegen een defensieve muur…
Liever geen spionnen in de idyllische plek waar ik me nog even veilig waan. Als ik ze op mijn muur hoor dreunen ga ik overstag, kan ook niet anders. Stel je voor dat de muur brokkelt en ik in mijn gedachten niet meer veilig ben?
Terwijl ik angstvallig mijn steenbrokken beman woedt er een oorlog tussen mijn razernij en kalmte. Soms kan ik zo opvliegend zijn dat ik mensen waar ik van hou... kwets.
Onbedoeld, zoveel is zeker. Maar ondertussen is het gebeurd. Maar het sluipt waar ik het niet controleren kan.
Onbedoeld, zoveel is zeker. Maar ondertussen is het gebeurd. Maar het sluipt waar ik het niet controleren kan.
Het pokerspel tussen de hoge pieten maakt me bloednerveus. Ongewild ben ik een speelbal van macht geworden. Mijn naam valt, zonder dat ik aanwezig ben. Dit kan tot niets goed leiden. Of toch? Dat de leep-hartige gepoederde parochiestier eindelijk eens goed in zijn kroonjuwelen wordt geknepen. Zodoende zingt hij misschien een toontje lager. Hij en zijn harem oppervlakkige geplastificeerde dames. Hij valt voor hun schoonheid en zij voor zijn…tja, voor wat eigenlijk? Intelligentie? Neen. Knap? Jeetje, neen. Misschien een uitstraling? Neen. Macht en geld? Ja.
De wereld draait vierkant door en voor deze postpuberale mensen. Ik kan ze niet heropvoeden. Niemand kan dat denk ik, maar ik kan erover schrijven…
En hopen dat hun kinderen, anders zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten