Potsierlijk
‘k achtervolg je
door granaatzwarte tunnels
’n soort overmacht van voorsprong
kan niet inhalen, lief licht
het tumult in mijn hoofd
een soort rouwstoet, de donkere koets
’n dode gelauwerd doch overwinning was nooit feit
knoken ontveld, gevlad als bij wijze gedood
door ’n jager, een geliefde
gracieus neergestoken
geklist.
Rouwenden omzwermen jammerend de kist
‘k achtervolg je
gillend in deze zwarte ruimte
stilte luidt loeihard
stervende! Dood!
niemand dat het wist
…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten