mijn hoofd tweehuizig lief
de ziel hartvormig
toch geloof ik, tergoedertrouw.
Daag ik, daag jou!
Bij zwak licht en duistere dromen
een weg te vinden voorbij dageraad
voor ochtenddauw.
In drukinkt dit schrijven, eeuwigheid is ’n gevoel
het tikken van de wilg op donkere ramen
rijmt het tikken van de klok
wijzerloos en zonder doel.
Stilte, stilte blijft mijn lief
waar ik ogen rust
smalend in hun gloed
zijn we eigen en merkwaardig
bitter doch berust
stormvlogels in zomerzon
strengelen vleugels ineen
stormvogels aan de horizon
vliegen nooit terug maar altijd heen
…🖤…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten