zondag 29 december 2019
Lily's Vloek
iedere ademteug
schakelt haar cel uit
en wat nimmer mocht wezen
werd niet zonder overleven
zonder Lily’s vloek
geen zomerland
of lenteleven
slechts een winterse dood
niemand houdt haar tegen
deze verdorven kant van schoonheid
charismatisch leven
gecreëerd in smart
doch Lily’s vloek was leven
al werd noodlot getart
De treurige prins van Oudenaarde
Geen dood is romantisch
ofschoon ze sijpelt
tussen voegen waar de dichter ligt
levenloos en koud
we vouwen geen handen
maar putten inspiratie
wellicht herinneren we
duistere takken boven ons
en de jammerende poes
dat niets kon stillen
ofschoon ze sijpelt
tussen voegen waar de dichter ligt
levenloos en koud
we vouwen geen handen
maar putten inspiratie
wellicht herinneren we
duistere takken boven ons
en de jammerende poes
dat niets kon stillen
Ivoren kinderen staren
cementen beertjes houden wacht
de specht hamert
doden fluisteren mee
bijna hoorbaar
bijna gedwee
cementen beertjes houden wacht
de specht hamert
doden fluisteren mee
bijna hoorbaar
bijna gedwee
Heel even
staren we naar de woekerende wildernis
het graf van de dichter
omringt met giftig koraal
staren we naar de woekerende wildernis
het graf van de dichter
omringt met giftig koraal
‘wild zoals hij was, fluistert hij’
hij heeft gelijk
dat was wie hij was
dat was wie hij was
Aan Jotie ’t Hooft
de treurige prins van Oudenaarde
de treurige prins van Oudenaarde
woensdag 25 december 2019
dinsdag 24 december 2019
Diabolique
“There is no denying that
there is evil in this world
but the light will always conquer the darkness.”
but the light will always conquer the darkness.”
Deinende duisternis
en niet te stillen honger naar zijn licht
de drager deint
de diepste put in, gevallene!
verdwijn.
Naar bodemloze leegte, verga!
Doch zijn hand
schoot omlaag
net op tijd
net op tijd
trok me tot bij de rand
gepijnigd door vergif, mijn
arme engel
gebeten razendsnel
een rover in de nacht
we verzamelen bij avonddauw
hij licht,parelwitte vleugels in ’t puurste vlees
van allesdragende schouders
ik afvallige engel, ’t koud bloed
de purperzwarte ziel
doodshoofdsvlinderhuid vanaf heden
voor eeuwig.
Toch,
ik zal niet verder branden
ik zal niet verder branden
onder hoede van zijn hand
hoe nutteloos zou sterven van liefde zijn?
dat tijd zelf nooit kon breken?
Hij schudt zijn veren open en
ik wist
hij zou leven
ik verlogde wezen
zou proberen
all fallen ones have horns
even if the’re still angelic
even if the’re still angelic
Brief aan Jotie 't Hooft
Jotie,
of Johan,
of Johan,
Ik zou niet
weten hoe ik u moet aanspreken mocht u de dag van vandaag nog levende zijn.
Slechts van boeken ken ik u, van lezen hoe u destijds moeilijk werd genoemd of
vreemd.
Hier sta ik nu, aan
wat uw ‘laatste rustplaats’ zou moeten wezen.
Duivels, anno 2019 zou dit op
zijn minst u definitieve en beschermde rustplaats moeten zijn.
De onwetenden
weten niet wat u schrijvens betekenen.
Barbaars en egoïstisch blijven ze zijn.
Jotie,
Ook ik ben nooit
voorbeeldig geweest. Huilde waar anderen lachten en bloedde vaak doch
nauwelijks merkbaar, des te realistischer helaas.
Jij, dichter uw tijd vooruit. Ik wannebe dichter uit een
lang vervlogen verleden.
Geen raakpunt is
ons hier toegekend vriend.
Geen poëzie uit radde mond.
Slechts de gedichten van een dode en eentje dat zo goed als nooit bestond.
Mijn lief,
heeft het hart van een edelhert. Hij is mijn leven. Deelt het leed van het vleugelloos wezen dat ik werd. Een gevallene, misverstaan.
Beschermt me
tegen stopers, o jawel ze liggen op wacht.
Wat een trofee zou ik zijn.
Verminker van eigen leven, onbegrepen en ongekend.
Hij neemt me de
hand, messen worden vermeden, jammer genoeg blijven ze bestaan.
Hoeveel messen
kon jij ontwijken?
Voor die ene je hart doorboorde?
Je ziel verscheurde?
Hoeveel kan ik
er nog ondergaan?
Dus hier staan
we nu, aan de voet van je beenderen.
Je blijft dan wel jong en bevroren in tijd
en ook aan deze december komt nooit meer een einde, nooit meer een begin. Je cirkel is
rond.
Vertel Jotie,
Nu u bestoft
geen dromen meer kent en wij slechts teren op woorden in bundels.
Bent u mijn
voorbeeld hoe uit te breken, uit de glazen kist?
Opdat ik ook niet zou verzuren
midden een veld van zachte dood en gruwelijk verdriet.
Neen, u bent
geen redder noch ik een heilige.
Hierbij jonge dichter sluit ik af, met mijn eigenste naam dat niemand kent en niemand ooit zal leren kennen.
Lily May Parker
“De dagen
glijden voorbij.
Toen als nu in de donkere spiegel
blijven de kleuren bloeien…die men zelden ziet.
Toen als nu in de donkere spiegel
blijven de kleuren bloeien…die men zelden ziet.
-Jotie ’t Hooft-
De nooit vergeten
dichter
zondag 22 december 2019
Echo
Silente e minacciosa
weinig nu
ik ben weinig
elke slag punt van zijn
zweverig en realistisch
de gruwel van bestaan
lijkt onmetelijk dodelijk
toch, zal ondergaan
heb je in ’t zicht
terwijl de zee kolkt en woedt
neurotische gevallene
wankelt
vliegt niet meer
geen mantel van vleugels
niet deze keer
slechts ik lief
zij
van weleer
maandag 9 december 2019
Zuiver komt dood
‘Zuiver komt dood...voor ons allen’
‘k verberg geen dood lief
tussen ribben
’t dorre hart
hij ruist, sijpelt
bloed en tranen
nooit alleen
dood
vrees geen zeis
of woedende zee
geen storm dat buldert
zwiepende takken
krassen op glazen huid.
Hij gaat liggen
Dood
droef doch onverschillig
Kondigt in avondlicht
hoe transparant leven is
‘k luister sterfelijk
Vouw handen en nerf
waanzin ontloken als vloek
in striemen op mijn huid
verstilling in tijd
In doem
vrijdag 6 december 2019
ode aan het graf
Treurig zoekend
bladeren van de wilg
gevallen vergaan
ze staat daar nu
wilg te wezen
onder de oude zon
op een mistige dag.
bladeren van de wilg
gevallen vergaan
ze staat daar nu
wilg te wezen
onder de oude zon
op een mistige dag.
De kleine vink zoekt
hetgeen niet doods is
maar doods lijkt.
hetgeen niet doods is
maar doods lijkt.
Ik sta er maar te kijken
hoe ze wiegt en vink zoekt
misschien moet ik weggaan
terug naar de barsten
nabij het lijkhuisje
het ene grafje
menig mens heeft gehuiverd
dood en ’t kille landschap
mijn naam nooit zuivert.
hoe ze wiegt en vink zoekt
misschien moet ik weggaan
terug naar de barsten
nabij het lijkhuisje
het ene grafje
menig mens heeft gehuiverd
dood en ’t kille landschap
mijn naam nooit zuivert.
Misschien moet ik weggaan
luisteren naar in’t zwart gehulde mensen
hun sikkel slijpt ze slepen takken
vegen bladeren van wilgen
bloemen
rouwend vergaan.
luisteren naar in’t zwart gehulde mensen
hun sikkel slijpt ze slepen takken
vegen bladeren van wilgen
bloemen
rouwend vergaan.
De vink slaat hen gade
herfst sluipt in winter
en ik
ik blijf vergaan
herfst sluipt in winter
en ik
ik blijf vergaan
donderdag 5 december 2019
Abonneren op:
Posts (Atom)