maandag 22 februari 2021

Praten tegen een Zerk

 Praten tegen een zerk


Gisteren reden we naar Gent. Het stond al een tijdje op mijn bucket list om het graf van Luc De Vos te bezoeken. De zon stond aan onze kant dus waarom niet. Santo Campo is naar mijn mening één van de mooiste begraafplaatsen die ik zag.

Het verleden dat er stil en ongedwongen heerst, uit zich in grijstinten en schaduwmensen. Een laagstaande zon warmt glanzende zerken en oudere, uit beton gehouwen praalgraven, wekken melancholie en rijkdom. Victoriaanse stille getuigen van een hard doch poreus leven.
De zucht van het zijn en de vlucht naar nergens.
Ik zoek niet doelgericht naar Luc maar maak kennis met de vele gezichten vereeuwigd als daguerreotypes. Ondertussen wandel ik rustig richting Sint-Amanduskapel.
Een rouwende man zit geknield voor een granieten zerk. Zijn handen in elkaar gevouwen. Zijn blik gericht op de steen waar een geliefde huist. Opeens werd het guur en woei rouw en dood in cirkels rond mijn persoon. Het voelde alsof ik inbreker was in zijn moment van verdriet en onmacht. Ik hield mijn blik beschaamd tegen de grond en wandelde hem stilletjes voorbij. Zou me niet meer omdraaien uit respect.
Het graf van Luc bevond zich bijna bovenaan de kapel. De man van het volk had ook hier in simpliciteit gesierd. Een houten zerk. Enkele lege flessen en in de naden van het hout…plectrums.
Aan een jonge boom hing een knuffelvos met de veelbetekenende zin: Vos, God knows I tried.
Ik neem nog een moment en snuif de smetteloosheid van stilte. Het gedicht dat ik pende hang ik op in de jonge boom. Ervan uitgaande, dat zijn nog plooibare juveniele stam, de zwaarheid van mijn woorden zal houden en huizen.
Nog een laatste blik op de houten zerk en ik herneem de weg of beter de zoektocht, naar ‘k weet niet wat.
In mijn hoofd hoor ik de stem van Luc bijna fluisteren:
vaarwel en misschien tot ziens.
🖤





Geen opmerkingen: