Ergens het tweederangs gevoel. De eeuwige tweede plek waar iedere vrouw voldoening
mee zou nemen. Niet Ruth, nooit Ruth. De hoop dat liefde zich zou ontvouwen.
Zich even zwaar zou nestelen in
hem zoals het in haar deed. Maar passie is een gevoel. Nooit voelde iemand wat Ruth
voelde, ze was vatbaar voor iets wat zich vertaalde als liefde. Liefde. De grootste
onzin dat menig artiesten achtervolgde.
Alsof het echt was. Echt bestond.
De ‘Smith en Wesson ’38’ was dan
ook een koude rilling in haar hand. Een koortsachtig gevoel van rechtvaardigheid.
Geef toe. Wat anders schenkt rechtvaardigheid dan koude kogels.
Niets.
You’re tearing me apart.
5 schoten waren niet voldoende. Vijf
schoten zouden nooit voldoening schenken en Ruth schoot er dan maar drie bij.
Dood kon hij echter blijven zolang hij geen enkel hart meer kon doorboren met
zijn felblauwe ogen.
Dood kon hij niets meer
betekenen. Geen hartslag, geen pijn. Daar stond ze dan, voorovergebogen bij zijn
lichaam. Ooit de plek van warmte en thuis. Nu de vijand, de paramour die parasitair
was.
Schuldig zo bleek. Wanneer de
toevallige passant een agent was.
Verward. Neem me niet kwalijk
ik ben verward.
Doch. Liever dood. Liever dood
dan in de armen van een ander. Ruth was verward maar dat was kristalhelder. Hoe
vaak hij ook de ‘player’ speelde. In haar wereld was hij alles. Leven is nu eenmaal
alles of niets. Ook in liefde…zeker in liefde.
Handboeien aan slenterde ze mee
de combi in. Het doel was geraakt dus het doel had geen betekenis meer voor
haar.
I may be mad, I may be blind, I may be
viciously unkind.
En onaardig zal ik blijven. Tot
de dag van verdict. Verhang me maar. Plaats de strop rond mijn nek en lees mijn
rechten. Mijn rechten zijn niets vergeleken met de plichten die ik had. De
plichten die ik delen wou. Het leven dat ik wou leven zonder de pijn van jou.
Irreplaceable
Maar ik betaal de prijs van mijn
leven voor het jouwe. Waarom? Vertel me waarom ik voor blindende pijn boet. Het
enige goede is dat jij nooit meer moet afzien terwijl ik wacht op rechtvaardige
dood.
I am Ruth and justice is
served.